Les pronoms 1ste graad A

In deze lestrajecten Frans leer je alles over de grammaire van 'les pronoms'






Les pronoms

Les pronoms, in het Nederlands de voornaamwoorden, komen in de Franse grammatica voor in verschillende vormen. Heb jij al gehoord van het COD en het COI? Het is de Franse benaming van het lijdend voorwerp, respectievelijk het meewerkend voorwerp in een zin. In dit hoofdstuk leggen we je uit wat het precies is en hoe je ze kan herkennen. Ook over les pronoms personnels en les pronoms relatifs kunnen onze coole leerkrachten je het één en ander vertellen.

 

Lijdend voorwerp of COD

In de lessen Nederlands hebben jullie het begrip lijdend voorwerp ongetwijfeld al gezien. In het Frans wordt dit met een moeilijke benaming 'le complément d’objet direct' genoemd. Te moeilijk? Dan korten we het gewoon af naar COD. Geef toe, dat is toch al een stuk gemakkelijker. Het lijdend voorwerp in een Franse zin kan je gemakkelijk herkennen. Het lijdend voorwerp is diegene of datgene dat de handeling ondergaat. Door een vraag te stellen met 'wie' of 'wat', ontdek je snel het COD in een zin. Kijk het gerust nog eens na in de lesvideo met Catherine.

 

Meewerkend voorwerp of COI

Ook het meewerkend voorwerp is tijdens de lessen Nederlands al de revue gepasseerd. In het Frans noemen we het meewerkend voorwerp 'le complément d’objet indirect', kortweg COI. We leggen je uit hoe je het COI vormt in het Frans. Je zal zien dat je kennis over 'les prépositionshier goed van pas zal komen. Het COI bevat altijd een persoon, dit in tegenstelling met het COD dat naast een persoon ook een voorwerp kan zijn. Je ontdekt het meewerkend voorwerp in een zin snel door de vraag te stellen voor wie of aan wie.

 

Het persoonlijk voornaamwoord of le pronom personnel

De persoonlijke voornaamwoorden onderwerp, of les pronoms personnels sujet in het Frans, kent iedereen: je, tu, il, elle, nous, enz. Ook bij de vervoegingen van werkwoorden komen zij ter sprake. On is een specialer, iets minder bekend persoonlijk voornaamwoord en betekent men of soms ook wij. Deze vorm krijgt hoe dan ook altijd dezelfde werkwoordsvervoeging als il en elle, de derde persoon enkelvoud. Een tweede speciaal geval is vous. Vous kan immers twee dingen betekenen: jullie (tweede persoon meervoud) of u (beleefdheidsvorem van tweede persoon enkelvoud). Wanneer vous als u wordt gebruikt, krijgt het werkwoord dat er bijhoort dezelfde vervoeging als wanneer vous in de meervoudsvorm wordt gebruikt.

 

Het betrekkelijk voornaamwoord of le pronom relatif

Om een betrekkelijke bijzin in te leiden gebruik je een betrekkelijk voornaamwoord (un pronom relatif). In de voorbeeldzin ‘ik kijk naar de nieuwe film met Brad Pitt die vorige week drie oscars heeft gewonnen’, is die het betrekkelijk voornaamwoord van de betrekkelijk bijzin. In het Frans gebruik je les pronoms relatifs qui en que. Als le pronom relatif de functie van onderwerp heeft in de bijzin, gebruik je qui. Als 'le pronom relatif' de functie van COD heeft, dan wordt que gebruikt. In onze online lesvideo’s legt Erik het allemaal voor je uit.

 

Populaire lestrajecten Pronoms